Een glaasje wodka als ontbijt
Mijn laatste reisverhaal is alweer van even geleden. Dat komt omdat het internet hier vrij matig is, zeker in de kleine dorpjes en buitengebied. Er is echter weer heel wat gebeurd in de afgelopen dagen. Goed om de draad weer op te pakken waar ik hem heb neergelegd, namelijk in het dorpje Radomierz.
Verleden donderdag liep ik, na een heerlijke nacht in mijn 6 pers. 'tuinhuisje' te hebben doorgebracht, weer verder richting Wrocław. Onderweg passeerde ik het stadje Bolków, waar boven aan de heuvel een middeleeuws kasteel is gesitueerd: zamek Bolków. Dit kasteel is naar de Gotische stijl gebouwd in de jaren 1277-1293 en daarna nog veelvuldig aangepast. Vanaf de kasteeltoren had je een fraai uitzicht over het lager gelegen land.
Een mooie tussenstop, al was de klim omhoog wel even slikken. De laatste paar dagen is de temperatuur nauwelijks onder de 30 graden gekomen tijdens het lopen, wat ook zal gelden voor aankomende week. Kilometers lopen tijdens een hittegolf, dag in dag uit, begint dan ook steeds meer op me in te hakken. Als je dan de verkoeling op kunt zoeken, dan voelt dat als een gift uit de hemel.
Na zo'n 30km kwam ik aan in het dorpje Kostrza. Hier zou ik een plekje moeten vinden voor de nacht, wat tot dusver niet altijd even makkelijk is gebleken. In Polen ben je immers nooit zomaar bij de deurbel. Elk Pools huis is namelijk omgeven met een hek en omringend terrein. Dat betekent dat je in 9/10 gevallen ook een (waak)hond moet passeren, waardoor de drempel simpelweg hoger ligt om ergens aan te bellen. Om die reden sprak ik een voetganger op straat aan met de vraag of hij iemand kende die mij en mijn tent wel kon huisvesten. Hij gaf aan dat ik even bij de lokale sklep (sklep is Pools voor mini-supermarkt) moest vragen, dat ze daar vast wel iemand kennen. Op advies van meneer ging ik de sklep binnen en vroeg de kassa medewerkster of zij iemand kende waar ik mijn tentje kon opzetten. Twee mannen die in de winkel stonden hoorden mijn verzoek aan en zeiden dat ik met hun mee kon gaan. Even ter informatie: één van hen zweette een niet te missen alcohollucht uit. Weigeren was in dit stadium ook niet echt een optie, aangezien ik verder weinig keuze had qua huisvesting. Aldus ging ik mee met de twee mannen naar het huis van ene Przemek. Aangezien mijn Pools vrij beperkt was, belde Przemek een van zijn Hollandse maten op om mij te woord te staan. Hij gaf aan dat Przemek een goede kerel was en verder wenste hij mij nog succes voor het vervolg van mijn reis.
Kort daarna belde ik zelf de hulplijn in, een vriendin van me die zowel Pools als ook Engels kan. En zo wisten we toch het een en ander uit te wisselen. Zo kwam ik erachter dat Przemek verlangde dat ik ín zijn huis zou slapen, in plaats van in mijn tent, omdat ik bij hem te gast ben. Het enige ding was echter dat hij de volgende dag om 06:00u naar werk moest en hij mij niet alleen in zijn huis wilde laten. Dus zou ik na 06:00u nog even in de tuin kunnen bijslapen. Ik probeerde nog te onderhandelen voor een nacht slapen in de tuin alleen, maar dat werd hem niet. Prima, ik buig wel met de wind mee. Vervolgens kreeg ik nog wat home-made bigos voorgeschoteld, wat overigens heel prima te nassen was.
Vervolgens gingen we weer terug naar diezelfde sklep, om even met de lokale dronkenlappen te gaan hangen. Een Polska noc in zijn meest rauwe vorm? Dit waren stuk voor stuk kerels die hun brein compleet gefrituurd hadden met (zware) alcoholische spirits, waarvan het gebit hun mond grotendeels al had verlaten.
Daar zat ik dan, als bleekscheet uit de lage landen. Toch wist ik me aardig te mixen onder deze lui. Ze hadden ook weinig kwaad in de zin. Het waren alleen gasten die te kampen hebben met een enorm verziekende alcoholverslaving, met alle gevolgen van dien.
Later op de avond gingen we nog even bij de vriendin van Przemek langs, die zo vriendelijk was om nog een heel maaltje op tafel te zetten: Kiełbasa, sałatki en een munt sapje. Ze vroeg me nog of ik niet bang was om alleen door Polen te reizen, omdat er ook slechte mensen hier ronddwalen. Naarmate ik die vraag steeds vaker krijg, begin ik me bijna af te vragen of ik naïef ben als ik zeg dat ik me doorgaans veilig heb gevoeld in Polen.
Achja, ik schrijf dit reisverhaal momenteel vanuit mijn hostel in Wrocław, dus de afgelopen paar dagen Polen heb ik ook weer overleefd, niet waar? Toch probeer ik wel een volgend sklep avontuur zoveel mogelijk te voorkomen. Al is het alleen al vanwege het ontbijt van de daaropvolgende dag. Przemek, zijn maat en ik gingen bijna traditiegetrouw weer naar de sklep, ditmaal niet voor bier maar een fles Zubrówka en zoute aanmaaksoep. Ik dacht al "ah, daar zul je Przemek zijn ontbijt hebben". Niet wetende dat ik vijf minuten later een shotglaasje voorgeschoteld kreeg, waarvan de inhoud minimaal 2.5x groter is dan een normaal shotglaasje. Kun je het je voorstellen.... om 06:15 je hele mond vol wodka, op een lege maag? In Polen is het ook not done om zoiets te weigeren nadat het glaasje al is ingeschonken. Ik ging dus maar voor de bijl en werkte het in één teug naar binnen. Dat shotglaasje had echter een zeker boemerang effect, want vijf minuten later kwam Przemek wéér aanzetten met diezelfde fles, klaar om bij te schenken. Hier paste ik echter voor, omdat ik niet veel later nog naar een museum zou gaan (en daarnaast natuurlijk omdat het ontzettend ranzig is).
Gelukkig was het daarna tijd voor Przemek om zijn spullen te pakken en naar werk te gaan, waardoor ik alleen nog met die dunnere knaap van doen had. Die bleek ook niet helemaal helder in zijn bovenkamer te zijn, aangezien ik herhaaldelijk de vraag kreeg of ik goed had geslapen, of ik honger had en of Polen een mooi land is ja of nee. Schrikbarend om te zien bij iemand die ook nog een twaalf jarige dochter heeft. Na dit bijzondere intermezzo ging ik daarom maar gauw weer verder, voordat er nog echt gekke dingen zouden gebeuren.
Mijn eerstvolgende stop was een plek waar je absoluut een goede nachtrust voor moet hebben gehad en zeker geen alcohol bij wilt hebben: een bezoek aan concentratiekamp Gross Rosen. Helaas had ik van beide geen kaas gegeten die dag. Toch was ik al gauw bij de les bij het zien van een drie kwartier durende film over wat er heeft plaatsgevonden binnen de hekwerken van dit kamp. Ronduit misselijkmakend. Ik heb inmiddels al aardig wat concentratiekampen bezocht, evenals afbeeldingen en filmmateriaal van dergelijke kampen gezien. Maar wat ik hier zag en hoorde, ging al helemaal mijn pet te boven. Zoals het verhaal van een Russische legerofficier die het kamp binnen kwam en door de achtergebleven gevangen werd rondgeleid, nadat de Duitsers richting het westen waren teruggetrokken. Bij de ziekenboeg op de tweede verdieping trof hij een beeld aan wat omschreven werd als erger dan de hel. Mensen, vel over been, in een afgesloten ruimte, waar ruim 10cm aan feces lag. De vloer bezaaid met lijken van mensen die al eerder waren bezweken aan deze totaal mensonterende omstandigheden. De Russische officier begon spontaan te breken bij het zien van dit beeld.
Dit soort verhalen gaan je voorstellingsvermogen ver te boven, je maag draait zich ervan om, gevolgd door een gevoel van intens verdriet en medelijden. Dat mensen dit andere mensen aan kunnen doen is onbegrijpelijk. Toch is het mijns inziens belangrijk dat dit soort verhalen gedeeld blijven worden, omdat het nogmaals een herinnering aan ons allen is dat we dankbaar mogen zijn voor de rijkdom die we tegenwoordig in West-Europa genieten. Elk probleempje, elk pijntje die we ervaren, wordt automatisch gerelativeerd op het moment dat je kennis neemt van wat zich in dit soort concentratiekampen heeft afgespeeld. Dat wil niet zeggen dat hedendaags leed er niet toe doet, omdat dat minder erg zou zijn dan wat zich toen heeft afgespeeld. Het is echter wel een reden om dankbaarheid te praktiseren waar mogelijk, want daar is reden genoeg voor. We zijn dat naar mijn mening ook verplicht naar de mensen die uit deze hel zijn gekropen of daar nooit levend uit zijn teruggekomen.
Wat het arbeitslager (AL) Gross Rosen betreft, is de functie van dit kamp anders dan dat van Auschwitz Birkenau, waar ik tegen het einde van mijn voetreis langs kom. Auschwitz Birkenau was namelijk een vernietigingskamp, wat er dus op gericht was om in zo'n kort mogelijke tijd zoveel mogelijk mensen om het leven te brengen. Bij Gross Rosen gingen de mensen die daartoe in staat waren aan het werk in de steengroeve, waar graniet werd uitgehouwd ten behoeve van de constructie van verschillende Nazi bouwwerken. De gemiddelde tijd dat iemand in Gross Rosen doorbracht was ca. 3-4 weken, waarna velen door uitputting stierven.
Nadat ik het museum had gezien, was een medewerker zo vriendelijk om me nog een en ander bij te praten over het kamp. Zo vertelde ze me onder meer dat toen de Russen vanuit het Oosten optrokken richting Duitsland, het kamp Auschwitz geëvacueerd moest worden. Hierom werden de zogenaamde Death Marches georganiseerd, waarbij gevangenen soms vele honderden kilometers moesten lopen om maar niet door de Russen bevrijd te kunnen worden. Velen stierven onderweg, vandaar de naam Death Marches. Enkele van deze marches vonden plaats vanuit Auschwitz naar Gross Rosen, een afstand van 250km welke ik momenteel aan het afleggen ben. Ik loop echter in volle gezondheid, bij een temperatuur van 30 graden. Deze mensen moesten in de winter van '45, fel over been en uitgehongerd, aan deze bizarre tocht beginnen. Ik kan nauwelijks bevatten dat er mensen zijn die én Auschwitz, én deze marches overleefd hebben en daarna ook nog een naar omstandigheden zeer redelijk leven hebben kunnen leiden. Hoe veerkrachtig de mens wel niet is, al zijn deze mensen natuurlijk getekend voor het leven. De komende dagen zal ik deze mensen in mijn gedachten houden, onderweg naar Auschwitz.
Na mijn bezoek aan Gross Rosen volgde een stevige wandeling onder een tropische temperatuurtje met weinig kans op beschutting.
In het dorpje Żarów ging ik voor anker, na zo'n 22km te hebben gelopen. Het voelde echter aan als 30km, aangezien alles gaar gekookt was. Aan de andere kant van het dorp was een agroturystyka, waar ik de nacht hoopte door te kunnen brengen. Bij aankomst bleek echter dat hier niemand thuis was, waarna ik lichtelijk teleurgesteld weer verder ging zoeken. Uiteindelijk kwam ik bij een naastgelegen meer uit, waar ik voor 15zl mijn tentje kon opzetten. Een vorm van betaald wildkamperen, dus. Achja, het uitzicht was niet verkeerd, al was de situatie zelf niet ideaal te noemen. Je bent immers nogal kwetsbaar in je eentje, midden in de nacht, afgezonderd van de bewoonde wereld.
Zo spendeerde ik de nacht voor het eerst in het wild tijdens deze reis. Niet wetende dat de avond erop precies zo zou gaan verlopen.
De volgende ochtend zette ik koers richting Katy Wrocławski, wat zo'n 25km lopen was vanuit Żarów. Die dag was niet heel anders qua hitte; eindeloze open velden zonder enige vorm van beschutting brachten me in een soort trance. Gedachten uit. Lopen. Alles gaat dan aan je voorbij, wat ergens wel zonde is. Je kunt op een reis als deze echter niet alles in je opnemen, zeker niet tijdens een hittegolf.
Eenmaal in Katy Wrocławski aangekomen, deed ik me tegoed bij de plaatselijke McDonalds, om maar vast het avondeten te hebben gehad. Het was toen nog maar 13:30u, dus ik had nog genoeg tijd om nog wat verder te lopen. Zodoende ging ik verder dan gepland, zo'n 6km verder naar het dorpje Sadków. Hier trof ik echter weinig mogelijkheden aan voor een overnachting, gezien ook hier de huizen waren voorzien met hekwerken en waakhonden. In maps zag ik echter dat er tussen Żarów en het dorpje Smolec een klein meertje gelegen was. Wellicht kon ik hier de nacht doorbrengen? Dit bleek een visvijver te zijn, waar menig Pool zich aan de waterkant vermaakte met muziek en een uitgegooid hengeltje. Gelukkig mag je in Polen wel wildkamperen, tenzij anders aangegeven. Na even rondgevraagd te hebben werd me duidelijk dat ik hier wel kon overnachten. Wederom niet bij mensen op het erf, maar goed. Toch beleefde ik de nacht niet geheel zonder stress, omdat er voortdurend mensen langs m'n tent liepen met zaklampjes. Je zit dan telkens af te wachten of iemand je tent in wilt of andere gekke dingen van plan is. Bij de volgende overnachtingen ga ik toch maar beter mijn best doen in de dorpen, want deze vorm van wildkamperen vraagt wel een beetje om problemen.
Vanochtend begon ik aan de laatste 15km naar Wrocław. Wederom een mijlpaal binnen handbereik. Krakau is nu niet ver meer, zei ik meermaals tegen mezelf. Het was om 06:30 al benauwd in het zonnetje, dus deze laatste etappe was ook weer zweten geblazen. Wederom: verstand op nul en gaan met die banaan.
Eenmaal in Wrocław aangekomen ging ik meteen naar een wasserette om al mijn kleding te wassen. Alles stonk en plakte naar zweet, dus dit was broodnodig. Ik heb fijn naar de wasmachine zitten turen, observerende hoe mijn kleding 45 min lang doorweekt werd door een mengsel van schoon water en wasmiddel. Heel bevredigend om naar te kijken. Mijn hostel in Wrocław ziet er tot dusver prima uit, nu hopen dat ik iemand ontmoet waar ik een beetje mee klik. De komende dagen gaan we zien hoe me dat vergaat, eerst Wrocław (weer) op me in laten werken!
Meermalen meegemaakt tijdens mijn lift-avonturen door Europa
Heb je die afgezaagde stoelpoot bij je?